Negentiende zondag

Toen de leerlingen Jezus
op het meer zagen lopen,
raakten ze in paniek. Ze
dachten dat het een spook
was. Maar meteen stelde
Hij hen gerust: 'Wees niet
bang. Ik ben het!'
 
(naar Matteüs 14,26)
 
 
 
Als je je ogen en je hart
wijd openstelt,
kan je Mij ontmoeten
in het gelaat van de arme
-zegt God-
En misschien maakt die ontmoeting
je angstig of onzeker.
Misschien kijk je op dat moment
veel liever de andere kant op.
Maar toch.....
je hoeft niet bang te zijn!
In de ogen van een zieke
of eenzame medemens
ben Ik het die je aankijkt
en die een beroep op je doet.
En Ik heb alleen maar
het beste met je voor,
opdat je mag worden
wie je in wezen bent:
een mens naar mijn hart!