Een woord van bezinning bij de Eucharistische Aanbidding

 
Uit de apostolische Exhortatie 'Sacramentum caritatis' van Paus Benedictus XVI. (2007)
 
Als het waar is dat de Sacramenten een realiteit zijn die toebehoort aan de Kerk, die in de tijd pelgrimeert en die de volledige openbaring van de overwinning van de verrezen Christus tegemoet gaat, dan is het ook waar dat ze ons - en in het bijzonder de eucharistische liturgie - een voorsmaak verleent waarnaar iedere mens en de gehele schepping onderweg is (vgl. Rom. 8,19 vv).
De mens is geschapen voor het waarachtige en eeuwige geluk dat alleen de liefde van God kan schenken. Maar onze gewonde vrijheid zou de verkeerde weg opgaan als het niet mogelijk zou zijn nu reeds iets van de toekomstige vervulling te ervaren.
Overigens moet iedere mens, om in de goede richting te kunnen gaan, op het einddoel worden gericht. Dat einddoel is werkelijk Christus de Heer zelf, de overwinnaar op zonde en dood, die voor ons op bijzondere wijze aanwezig komt in de Eucharistieviering. Zo hebben wij, ofschoon nog "vreemdelingen en ballingen" (1 Petr. 2,11) in deze wereld, in het geloof reeds deel aan de volheid van het verrezen leven.
De eucharistische maaltijd komt, door het openbaren van zijn sterk eschatologische dimensie, onze vrijheid, die nog onderweg is, te hulp. (SC 30)
 
Overweging
In deze tekst komt een thema naar voren, dat sinds het Tweede Vaticaans Concilie vaak ter sprake komt. De Kerk pelgrimeert en is "onderweg". Het Volk van God is onderweg, elke mens is onderweg, ofwel, zoals vaker in de liturgie gezongen wordt: "wij zijn samen onderweg, alleluja!"
De bovenstaande tekst maakt echter ook duidelijk waarheen de weg voert: "naar de volledige openbaring van de overwinning van de verrezen Christus". In feite dus naar de openbaring van het Pasen van Jezus én het Pasen van ons, Zijn Kerk en van iedere mens en de gehele schepping.
We zijn persoonlijk en samen onderweg om ons einddoel te bereiken: "Het einddoel is Christus de Heer zelf, de overwinnaar op zonde en dood, die voor ons op bijzonder wijze aanwezig komt in de Eucharistie."

Christus aanbidden in de Eucharistie betekent derhalve in Hem ons einddoel zien, om met Hem voor ogen en met Hem in het hart af te stevenen op het einddoel: met Hem te delen in de overwinning op zonde en dood.

In de gedaante van brood is Hij met ons onderweg; dus als voedsel om ons op dit einddoel te richten en om ons nu reeds een voorsmaak te geven van wat ons eens in volheid gegeven zal worden: met Christus te leven in de heerlijkheid van de Vader.
Samengevat wordt dit dan de "eschatologische dimensie van de Eucharistie"
genoemd: het gaat om de toekomst in de volheid van God, die echter niet alleen "dan", maar "nu reeds" gegeven wordt, hoewel niet volkomen. Deze spanning van "eens in volheid" en "nu reeds, maar nog niet volkomen" is een dimensie in ons christelijk leven die ons doet beseffen dat we "onderweg" zijn. We zijn pelgrims op weg naar de hemel, die echter nu reeds een glimp opvangen van wat eens gegeven zal worden. We zijn reeds kinderen van God, maar wat we eens zullen zijn is nog niet geopenbaard.

Op weg naar de hemel en tegelijkertijd ook leven in de realiteit van ons dagelijks leven, is een zekere spanning. Deze spanning kan ertoe leiden dat we één van deze twee aspecten te zeer benadrukken ofwel uit het oog verliezen. Eucharistie-vieren en de daaruit voortvloeiende eucharistische aanbidding helpen ons deze twee aspecten op te nemen en te integreren in ons christelijk leven.

In het Johannes evangelie komt de Heer ons hierin ook tegemoet, wanneer Hij ons een samenvatting geeft van het eeuwig leven: het is de Vader erkennen en de Zoon die door de Vader gezonden is.

God kennen en erkennen gebeurt nu reeds, maar eens zullen we volledig kennen en gekend worden, dat wil zeggen bemind worden. Moge de aanbidding ons helpen om dit "nu reeds" en "eens volkomen" op te nemen in onze relatie tot de levende Heer. Moge Christus ons door zijn Heilige Geest helpen om "nu reeds" te smaken en te proeven, wel wetend dat de vervulling ons nog te wachten staat. Nu reeds en blijven uitzien naar de volledige openbaring van ons einddoel houdt ons ook wakker en attent in de liefde: want wie reeds gesmaakt heeft wat het betekent om door God bemind te worden, ziet vol verwachting uit naar de vervulling, die ons door de Heer beloofd is.

De Eucharistie 'eschatologisch' beleven houdt ons in een zekere spanning en
verwachting, die ons doet uitzien naar de vervulling en het einddoel van ons leven: de volledige openbaring van het leven in en met God.
 
Gebed
 
Heer, waarlijk aanwezig in het Allerheiligst Sacrament: ik aanbid U, verheerlijk U en zeg U dank voor alle weldaden die ik reeds in mijn leven heb ontvangen.
Tegelijkertijd doet Gij mij uitzien naar de zalige vervulling van uw beloften. Met U en de Kerk verbonden wil ik de weg gaan die Gij voor mij hebt bereid. Samen met U ben ik onderweg naar de volledige openbaring van uw goedheid en liefde in de hemel. Ik wil het leven "hier en nu" volledig aannemen. Tegelijkertijd zie ik uit naar de volledige openbaring van het einddoel van mijn leven: met U, Christus te delen in de verrijzenis van het leven. U bent voor mij het ware Brood des Levens - met en voor U wil ik leven en ook andere mensen meenemen op deze levensreis naar U toe.
Schenk mij alle genade om trouw te blijven aan deze uitverkiezing: om met
U te leven, te sterven en te verrijzen ten eeuwigen leven. Amen.
 
Bezinning op het Woord
bisdom Roermond 
issn: 1382-2934