De waarde van de stilte

 

Drie keer per dag komt alles op de heuvel van Taizé tot stilstand: het werk, de bijbelstudies en de groepsgesprekken. De klokken roepen op tot het gebed in de kerk. Honderden, soms duizenden jongeren uit allerlei landen ter wereld bidden en zingen met de broeders van Taizé. Er is een bijbellezing in verschillende talen. Centraal in elk gemeenschappelijk gebed staat het lange stiltemoment dat een uniek moment is om God te ontmoeten.
 
Stilte en gebed
 
Als wij ons laten leiden door het oudste gebedenboek, de bijbelse Psalmen, dan vinden we daar twee hoofdvormen van bidden, enerzijds het klaaglied en de smeekbede om hulp, en anderzijds het dankgebed en de lofzang. Op een minder zichtbare manier bestaat er nog een derde vorm van gebed dat noch de vorm van smeekbeden aanneemt, noch een expliciete lofzang is. Psalm 131, bijvoorbeeld, ademt slechts rust en vertrouwen uit: “Ik heb mijn ziel tot rust gebracht… Hoop op de Heer, van nu tot in eeuwigheid.”
Soms komt het gebed tot zwijgen: een serene verbinding met God kan ook zonder woorden tot stand komen. “Ik heb mijn ziel tot rust gebracht. Als een kind op de arm van zijn moeder, als een kind is mijn ziel in mij.” Zoals een kind dat zich verzadigd heeft aan de moedermelk, ophoudt met schreeuwen, in zo’n toestand kan “de ziel in mij” geraken omdat God nabij is. Dan heeft het gebed geen woorden nodig, en misschien zelfs geen nadenken.
Hoe kunnen we die innerlijke stilte bereiken? Soms zwijgen we, maar binnen in ons woedt een heftige discussie met denkbeeldige gesprekspartners of zijn we in een gevecht gewikkeld met onszelf. Rust creëren in de ziel veronderstelt een vorm van eenvoud: “Ik zoek niet wat te groot is voor mij en te hoog gegrepen.” Stilte maken in mijzelf, dat is toegeven dat mijn zorgen niet veel kunnen uitrichten. Stilte maken, dat is aan God overlaten wat buiten mijn bereik en vermogen ligt. Een moment van stilte, hoe kort ook, is als een sabbatrust, een onderbreking die je als zaligmakend ervaart, even een moment om jouw zorgen aan de kant te schuiven.
De onrust van onze gedachten is als de storm die het bootje van de leerlingen op het Meer van Galilea heen en weer deed schudden, terwijl Jezus verzonken was in een diepe slaap. Ook bij ons kan het voorkomen dat we ons verloren en angstig voelen, en dat we niet in staat zijn om onszelf tot kalmte te manen. Maar Christus is ook in staat om ons te hulp te komen. Zoals hij de wind en de zee tot de orde riep en zij “helemaal tot rust” kwamen, zo kan hij ook ons hart tot rust brengen wanneer het door schrik en zorgen flink tekeergaat (Marcus 4).
Wanneer we tot stilte komen, stellen wij onze hoop op God. Een psalm suggereert dat de stilte zelfs een vorm van lofzang is. Wij lezen gewoonlijk in het eerste vers van Psalm 65: “U komt de lof toe, o God.” Deze vertaling volgt de Griekse versie, maar in het Hebreeuws staat er in de meeste bijbels: “De stilte is een lofzang voor u, o God.” Wanneer de woorden en de gedachten tot zwijgen komen, dan wordt God geprezen in de woordeloze ver- en bewondering.
 

Het Woord van God: donder en stilte

Op de Sinai sprak God tot Mozes en de Israëlieten. Donderslagen, bliksemflitsen en een steeds harder aanzwellend hoorngeschal gingen het Woord van God vooraf en vergezelden het (Exodus 19). Eeuwen later keert de profeet Elia terug naar dezelfde berg van God. Daar beleeft hij de ervaring van zijn voorouders opnieuw: orkaan, aardbeving en vuur. Elia houdt zich gereed om naar God te luisteren die hem in de donder toespreekt. Maar de Heer bevindt zich niet in de traditionele uitingsvormen van zijn macht. Wanneer het oor verdovend lawaai ophoudt, hoort Elia “het gefluister van zuivere stilte”, en dan spreekt God tot hem (1 Koningen 19).

Spreekt God met luide stem of met een stem die stilte uitademt? Moet men het volk als voorbeeld nemen dat zich aan de voet van de Sinai heeft verzameld of de profeet Elia? Dit is waarschijnlijk een fout gesteld alternatief. De angstaanjagende natuurverschijnselen die zich manifesteerden toen God de tien geboden overhandigde, onderstrepen hoe belangrijk deze waren. De geboden naleven of ze verwerpen is een kwestie van leven of dood. Wie een kind onder een voorbijrijdende auto ziet rennen, heeft groot gelijk als hij zo hard mogelijk gaat schreeuwen. In vergelijkbare situaties hebben profeten het Woord van God aangekondigd op een manier die oorverdovend was.

Woorden die met luide stem uitgesproken worden, laten zich horen, maken indruk. Maar wij weten goed dat ze de harten nauwelijks raken. In plaats van een goede ontvangst, ontmoeten ze weerstand. De ervaring van Elia toont aan dat God geen indruk wil maken, maar begrepen en ontvangen wil worden. God heeft “een stem van zuivere stilte” gekozen om te spreken. Dat is iets paradoxaals:

God zwijgt en toch spreekt hij

Wanneer het Woord van God een “stem” wordt “van zuivere stilte”, dan is het effectiever dan ooit om onze harten te veranderen. De orkaan van de berg Sinai spleet de rotsen, maar het stille Woord van God is in staat om harten van steen te breken. Voor Elia zelf was de plotselinge stilte waarschijnlijk angstaanjagender dan de orkaan en de donder. De manieren waarop God zich op indrukwekkende wijze manifesteerde, waren hem in zekere zin vertrouwd. Het is juist de stilte van God die voor ons zo onthutsend is, want hij verschilt zozeer van alles wat Elia tot dan toe kende.

De stilte maakt ons klaar voor een nieuwe ontmoeting met God. In de stilte kan het Woord van God doordringen in de verborgen uithoeken van ons hart. In de stilte blijkt het “scherper te zijn dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest elkaar raken.” (Hebreeën 4:12) Wanneer we het stil in ons maken, dan houden we op met ons voor God te verbergen, en het licht van Christus kan zelfs datgene bereiken waarover wij ons schamen, het genezen en omvormen.

Stilte en liefde

Christus zegt: “Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben zoals ik jullie heb liefgehad.” (Johannes 15:12) Wij hebben stilte nodig om deze woorden tot ons te laten komen en om ze in praktijk te brengen. Wanneer wij gejaagd en vol onrust zijn, hebben we zoveel argumenten en redenen om niet te vergeven en niet al te makkelijk lief te hebben. Maar wanneer wij “onze ziel tot rust gebracht” hebben, dan verdwijnen al die redenen als sneeuw voor de zon. Misschien vermijden we soms de stilte en hebben we liever lawaai,  woorden of vormen van afleiding van welke aard ook. Immers, de innerlijke vrede is een riskante zaak: hij maakt ons leeg en arm, hij ontregelt bitterheid en gevoelens van opstandigheid, en leidt ons naar een vorm van zelfgave.

Stil en arm, zo worden onze harten veroverd door de heilige Geest en worden ze vervuld van een onvoorwaardelijke liefde. Op een nederige maar trefzekere manier brengt de stilte ons tot liefde.

 27 april 2006