Negenentwintigste zondag

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De farizeeën vroegen aan
Jezus of het toegestaan
was om belasting aan de
keizer te betalen of niet.
Jezus antwoordde:'Geef
aan de keizer wat van de
keizer is en aan God
wat van God is.'
 
(naar Matteüs 22,15.17-21)

 

 
 
 
 
 
Misschien heb je er
nog nooit bij stilgestaan
-zegt God-
of misschien vind je alles
zo vanzelfsprekend,
dat je er geen vragen bij stelt.
Daarom wil Ik je uitnodigen
om heel bewust
naar je eigen leven te kijken
en te bemerken
dat alles en iedereen
je eigenlijk geschonken wordt,
zomaar.
Heel je bestaan
is een wonder van vriendschap
en van genegenheid.
Ik hoop dat je dat wonder
een kans durft te geven
en dat je dankbaar bent
om elk geschenk van liefde.