psalm 27

 

Vertrouwen temidden van gevaren
 
Ziehier Gods woning onder de mensen(Apok.21,3)
 
  1 De Heer is mijn licht en mijn leidsman.
     Wie zo ik vrezen;
     de Heer is de schuts van mijn leven,
     Voor wie zou ik bang zijn?
  4 Eén ding slechts vraag ik de Heer,
     meer zal ik niet wensen:
     dat ik in Gods huis mag wonen zolang als ik leef.
     Dat ik de Liefde van de Heer mag ervaren,
     Zijn aanwezigheid weer mag voelen.
  5 In kwade dagen beschermt Hij mij,
     Hij houdt mij stevig vast,
     Hij brengt mij in veiligheid hoog op de rots,
  6 Nu houdt ik het hoofd fier opgericht,
     ondanks alle tegenslagen
     Nu kan ik met offers mijn dankbaarheid tonen
     met zang en muziek voor de Heer in Zijn kerk.
  7 Wil luisteren, Heer, naar mijn roepende stem,
     heb medelijden en wil mij verhoren.
  8 Tot U spreekt mijn hart, naar U zie ik op.
     uw aanschijn, Heer, tracht ik te zien.
  9 Wil Uw gelaat niet verbergen voor mij,
     verstoot mij, uw dienaar, niet in uw gramschap.
     Want U bent mijn helper,verjaag mij dus niet,
     verlaat mij niet God mijn Verlosser.
 11 Toon mij uw weg, Heer, bij moeilijkheden
     leid mij langs effen paden.
 13 Ik reken erop nog tijdens mijn leven 
     de weldaden van de Heer te ervaren.
 14 Zie uit naar de Heer en houd dapper stand, 
     wees moedig van hart en vertrouw op de Heer.