Psalm 121

God, de beschermer van Zijn volk

Zij zullen nooit meer honger of dorst lijden, geen zonnesteek of
woenstijngloed zal hen treffen (Apok7,16)
 
1 Omhoog naar de bergen richt ik mijn ogen:
   van waar kan ik hulp verwachten?
2 Mijn hulp zal komen van God de Heer,
   die hemel en aarde gemaakt heeft._
3 Hij zorgt dat uw voet niet struikelt,
   Hij slaapt niet, die waakt over u.
4 Hij sluimert niet en Hij slaapt niet,
   die over jou en mij waakt._
5 De Heer is het die u behoedt,
   Hij staat als een wacht aan uw zijde.
6 Bij dag zal de zon u niet deren,
   bij nacht doet de maan u geen kwaad;
7 De Heer bewaart u voor onheil,
   uw leven houdt Hij in stand
.
8 De Heer is bezorgd voor uw komen en gaan 
   op deze dag en altijd.