Honger naar gebed.
Hier ligt dan de paradox van een crisis die vruchtbaar kan worden. Hoe vervallen de gebedspraktijken
ook zijn, nooit was de honger naar gebed groter dan vandaag, en heel speciaal onder de jongeren.
De grote cultuurveranderingen die we heden meemaken heeft bij velen iets wakker geroepen. Wat?
Vaak weten de mensen het zelf niet. Zij voelen een een drang, een honger naar een innerlijke
ervaring. Dit drijft hen voort. Ze kunnen niet stil blijven zitten. Ze moeten er iets op vinden. Wat?
Zouden drugs een antwoord geven? Een ruimere opvatting over de seksualiteit, geeft dat de bevrijding? Men probeert het, maar de monotonie van elke dag toont snel
aan hoe voos dit alles is. Het gaat als met een eendagsvlieg, die maar kort het daglicht ziet en dan
weer sterft. Maar de honger blijft. Honger die niet gestild wordt en steeds meer knaagt.
Heel speciaal voelen de jongeren dit aan. Die drang drukt zich vaak uit door naar den vreemde te
trekken. Bij ons vinden ze geen antwoord meer, tenminste ze menen het niet meer te vinden. Overal
ontmoet men ze vaak gemakkelijk herkenbaar. Ze trekken naar Taizé, waar ze hun tenten opslaan en
spontaan met de broeders meebidden, elkaar hun ervaringen belijden. Want een ervaring, die
hebben ze. Om haar te vinden laten ze veel achter, van ervaring tot ervaring trekken ze verder.
Vergetend wat achter hen ligt, gaan ze steeds voort.
Hier en daar op deze wereld zijn nog oorden overgebleven waar het gebed de ganse sfeer als het
ware vult. Er zijn nog mensen die bidden zoals ze ademhalen. Wie ooit onder de blakende zon van
het Athosgebergte sjouwde, vergeet nooit meer de biddende kluizenaars die hij er mocht
ontmoeten, hun gelaat als een vlam en hun blik als vuur, diep-borend en toch zo oneindig zacht, zo
heel teder. mensen die uit de diepste diepten van zichzelf op alles en iedereen toetreden, die in
mensen en dingen het innerlijke vuur kunnen ontdekken – de ‘verborgen kern der dingen’ (Isaac de
Syriër) – die hun diepste kern bloot zien, in mateloze liefde en begrip.
Naast eenzaten die bidden, kun je ook mensenmassa’s vinden die samen bidden. Drukbezette
nachtofficies met stampvolle kerken, oud en jong samen, kun je vandaag nog, in Rusland of in
Roemenië meemaken.
Die honger naar gebed stuurt die zoekers soms ook
uit naar het Verre Oosten. Honderden jonge westerlingen verblijven op het ogenblik in Indische of
Japanse ashrams, met de bedoeling, onder leiding van een guru in de techniek van de beschouwing
te worden ingewijd. Ook op het Westerse halfrond oogsten technieken als Zen en Yoga een ruime
belangstelling. Kosten nog moeiten worden gespaard om het lichaam en de geest meester te
worden. Men wil zich bevrijden om de geestelijke ervaring te ontvangen. Deze technieken zijn
eigentijds een vorm van ascese, die de aandacht van de mens probeert af te leiden van het
oppervlakkige en nutteloze om haar te concentreren op de kern van de dingen. Eerst en vooral op de
diepste kern van de mens zelf. Hij moet tot een zekere harmonie komen met zijn diepste ik, en
tegelijkertijd met de andere mensen en de ganse wereld. Tenslotte ook met God. Tenminste voor
hem die gelooft. Deze ervaring is een echt zichzelf-worden. Zij is eerder zeldzaam en kan best met
een wedergeboorte vergeleken worden. In Zen noemt ment haar de verlichting. In deze ervaring
ontvangt men ook een zekere inwendige, beschouwende blik, die al het andere vanuit een nieuw
oogpunt bekijkt.
Deze natuurlijke ascese is ongetwijfeld van groot nut. Zij toont ons hoezeer lichaam en geest elkaar
beïnvloeden. Is dit echter reeds gebed? Wordt het gebed ons niet door God zelf in Jezus Christus
geschonken? Het gebed van de christen dringt ongetwijfeld veel dieper door : met de Zoon de Vader
aanroepen, samen met Jezus God de Vader danken en lofzingen, Hem prijzen. Lichaam en geest die
door de oefening vrijgemaakt zijn, drukken zich spontaan uit. Ineens voelt de mens van binnenuit tot
en naar wie hij gekeerd is met heel zijn wezen. Als vanzelf komen woorden hem in de mond. Hij
weet niet waar ze vandaan komen, maar hij erkent ze als zijn woorden. Hij kan ook eenvoudig stil
zijn. Stilte, die niet als een gemis aan woorden is, maar boven de woorden uitgaat, een nieuwe vorm
van dialoog is, waarin we alleen maar weten dat onze gehele persoon daar present is. Aanwezigheid
in de meest sterke zin van het woord, aanwezigheid in liefde die de ander werkelijk doet kennen.
Plots kan uit die stilte een uiteindelijke kreet opklinken, ons door de Geest ingegeven. Ons hart
breekt open en roept uit : Abba, Vader.
Maak jouw eigen website met JouwWeb