Er was eens een boom,
Een onbekende boom, ergens langs de waterkant.Geplant door niemand weet wie.
Hij leefde daar breeduit met vele takken. Hij droeg de forse stem van de wind, of de doodse stilte van de avondlucht.
's Winters was het leven kaal,
en zwiepend op de harde wind en met zijn twijgen als toegeklemde vuisten, stond hij maar te wachten op de lente.
Tot zijn takken weer vol groen en bloesems schoten van ingehouden leven!
En, als de zomer kwam, maakte hij gratis schaduw voor iedereen, en soms een paraplu tegen de regen.
Zo leefde die boom daar, jaar in, jaar uit, op en neer in vier seizoenen.
Maar op een zekere dag kwam er een man, gewapend met een mes.
Er was geen ontkomen meer aan: de mooiste tak werd afgesneden en de man nam hem mee naar huis.
Een dode tak … voorgoed van het leven weggesneden.
En straks natuurlijk vergeten.
Drie dagen later kwam de man terug bij de boom.
Die stond daar, doodstil van angst.
Welke tak is vandaag aan de beurt?
Maar kijk, de man ging zitten aan de voet van de boom
en hij blies op de afgesneden tak.
Hij blies het lied van de fluit .
De boom hield al zijn ruisen in en verstond de fluit:
"Horen jullie mij? Ik leef!
Ik leef! En meer dan ooit tevoren.
Ik leef! Ik fluit! Ik zing!"
(Marinus van den Berg)
Maak jouw eigen website met JouwWeb