Vijftiende zondag

Jezus begon zijn leerlingen
twee aan twee uit te
zenden. Hij zei hen niets
mee te nemen voor
onderweg dan een stok-
geen brood, geen reistas,
geen geld- en op te roepen
tot bekering.
 
(naar Marcus 6,7-8.12)
 
 
 
Ik heb je nodig
als 'profeet' voor mijn mensen
-zegt God-
als 'ziener' die beseft waar het om gaat
en die zich bemind weet.
Ik leg mijn droom in je hart
en Ik wil mijn liefde met je delen.
Maar hou die droom en die liefde
alsjeblieft niet voor jezelf!
Geef ze door
aan om het even welk mens
die je op je levensweg tegenkomt.
Veel heb je daar niet voor nodig,
geen geld, geen reistas, geen voedsel,
alleen de zekerheid
dat Ik met je ga.
Ik wil de stok zijn
-zegt God-
waarop je kunt uitrusten
als je er nood aan hebt.