Zijn moeder en Zijn broers

kwamen naar Jezus toe.

Ze bleven buiten staan

en lieten Hem roepen.

Toen Jezus dat hoorde,

zei Hij: ‘wie de wil doet van

God, die is Mijn broer

en mijn zus.’

 

(naar Marcus 3,31-35)

Als je Mijn wil doet

en als je aan Mijn droom

van een nieuwe en beter wereld

een concreet gezicht geeft,

dan zal Ik je heel graag

Mijn kind noemen

-zegt God-

broer of zus van Jezus.

Daarom nodig Ik je uit

Zijn boodschap

tot de jouwe te maken

en Zijn vreugde te verankeren

in het diepste van je hart.

Durf je leven

in Mijn handen leggen

en vertrouw erop

dat Ik een bron van geluk

voor je ontsluit

en dat Ik in je binnenste

een vuurwerk van tederheid ontsteek.